Ik verlang naar het verleden. Toen normaal niet nieuw was maar gewoon.
Die tijd dat ik het verstand even op nul kon zetten. Alle gedachten kon laten varen om even aan niks te denken.
Waar onbelangrijke dingen in het leven nog heel belangrijk leken.
Maar die dagen liggen alweer even achter ons.
Want al ben ik nog gezond, er zit een virus in mijn hoofd. Soms bewust vaak onbewust. Bij alles wat ik doe of zie is het aanwezig. Ik zou zo graag gewoon mijn werk doen. Niet steeds over mijn schouder willen kijken of ook een ander zich aan de regels houdt. Het gaat nu even niet, het kan nu even niet, het mag nog even niet.
En het virus zit niet alleen in mijn hoofd. Je merkt dat bijna iedereen eraan denkt. Het virus zit ook op TV. In vele programma’s komt het naar voren. Maar je hoeft er niet naar te kijken, hoor ik mezelf zeggen. Maar wanneer ik dan wat anders aanzet of wanneer ik de beeldbuis helemaal uitzet. Zelfs dan zegt een virusje in mijn hoofd: “Dat doe je alleen maar vanwege mij”
En dat noemen ze dan “het nieuwe normaal” ? Hoezo normaal? Of anderhalve meter samenleving. Want mijn haar is nog niet lang genoeg.
Maar ik weiger om een pessimist te worden. Na alles wat ik nu niet kan en mag. Al verlies ik alles maar nooit mezelf.
Ik blijf vooruit kijken. Want ooit wordt het nieuwe normaal weer het echte normaal. Het normaal waar duizenden in oranje gehulde mensen op het Museumplein staan te dansen en mensen slenteren langs kleedjes met speelgoed. Wanneer een peleton fietsers de kuiten laat branden op de kasseien tussen Parijs en Roubaix. De eerste zondag dat ik Max Verstappen weer in actie zie bij een race waar de uitslag nog niet van bekend is. Die zomerse dag op het terrasje met vrienden waar we proosten op het leven. En de eerste knuffel.
Een simpele knuffel. Er hoeft niet eens aanleiding voor te zijn. Niet om troost te bieden. Niet om uitbundig iets te vieren. Niet uit mededogen of wat dan ook.
Die eerste knuffel, als het weer mag. Die ga ik de rest van mijn leven herinneren.
Die dag, al is hij misschien nog heel ver weg, die dag, die komt.
Ik heb nu al heimwee naar de toekomst.