En dan gaat de wekker. Ik draai me om en kijk op de klok. 05:45 uur.
De nacht is voorbij maar ik ben nog moe. Toch sta ik op en loop naar de badkamer. Misschien dat een douche me wakker krijgt. Wanneer ik de slaap uit mijn ogen heb gewassen gaat alles even snel.
Aankleden, de laatste spullen in de auto, de katten eten geven, nog eens op het lijstje kijken of ik niks vergeet. Alles werkt inmiddels op volle toeren maar mijn hoofd voornamelijk als een vergiet.
Ook Monica is de dag begonnen en doet de dingen die ze moet doen. Dan haalt ze Bram uit bed en geeft hem zijn pap terwijl ik broodjes klaar maak.
07:45 uur
We zijn onderweg.
Tot op dit moment lijkt het nog of we vertrekken richting een dierentuin of pretpark. Dat we op tijd vertrekken om de file's voor te zijn. Of dat we een lange weg moeten rijden naar een vakantie adres.
Niks is minder waar. De rede van dit vroege ochtendritueel is helaas wat minder mooi. Vandaag vertrekken we zo vroeg om mijn oma te begeleiden naar haar laatste rustplaats.
Natuurlijk zijn dit niet de dagen waar je op zit te wachten. Het zijn dagen van verdriet en gemis. Dagen van tranen en soms van gevoelens van onrecht.
Maar tot dit moment valt het allemaal nog mee. Het verdriet en de tranen zijn er nog niet. En een gevoel van onrecht is hier niet van toepassing. Oma heeft de mooie leeftijd van 103 mogen bereiken. En daarom is het goed. De jaren hebben haar dan uiteindelijk ingehaald.
Je zou kunnen denken dat het een paar jaar geleden al zover had mogen zijn. Want de kwaliteit van het leven was niet de kwaliteit die je haar nog gunde. Maar ze hield nog even vast aan het leven. Totdat ze op 11 augustus dan toch toegaf aan de eeuwige rust.
Geen tranen maar berusting, geen onrecht maar ouderdom, geen pijn want het is goed. En dan toch even het besef dat mijn laatste grootouder is verdwenen. Nooit meer "ik heb" maar "ik had".
11:00 uur
De kerk, de kist, de nabestaande. De mis gaat zo beginnen en samen met andere kleinkinderen van oma dragen we haar richting het altaar. Voor mij is dit het laatste wat ik voor haar kan doen. En daarom doe ik dit met heel mijn hart voor haar. Dan nemen we plaats in de banken. Om me heen kijkend zie ik enkele tranen en rode ogen. Ik grijp in de binnenzak van mijn jasje en pak mijn rozenkrans. Iets tastbaars waar ik grote waarde aan hecht. Het is een houten, net zo één als opa vroeger had. Zelfs toen ik nog niet wist waar hij voor diende had hij die waarde al, want het was er net zo één als die van hem. Ik draai hem om mijn hand heen op zoek naar een gevoel. Emotioneel als ik kan zijn verbaasd het mij dat ik nog geen traan heb laten vloeien. Maar vooralsnog blijft het bij berusting.
Uiteindelijk duurt het niet lang meer voordat ook ik een enkele traan voel rollen over mijn wang. Het is het moment tijdens de mis dat opa wordt genoemd. Ik denk terug aan de tijd dat hij er nog was. Hoe hij altijd in het hoekje zat aan de bar op zolder. Hoe hij mijn knuffel op zijn hand zette en met slechts een enkele beweging mijn "grote beer" omhoog liet schieten waarna die op zijn schouder bleef liggen. Ik heb de beer nog steeds. En nu, 32 jaar na zijn dood, lukt het mij nog steeds niet om dat kunstje na te doen.
De korte herinneringen aan hem zijn helder en als van gisteren. En zij bezorgen mij deze traan.
Dan ontstaat er iets wat ik nooit had verwacht. Verwarring.
We zijn hier toch samen om oma te gedenken? Waarom knap ik dan om opa? Waar zijn die heldere herinneringen aan mijn oma? Mijn oma welke ik 32 jaar langer heb mogen meemaken dan mijn opa? En onbewust ga ik op zoek naar die momenten, die kleine dingen waardoor zij zo bijzonder voor mij was.
NIKS
Ook wanneer we op de begraafplaats zijn. We staan bij haar laatste rustplaats. Nog één keer het afscheid. Terwijl de pastoor de laatste woorden spreekt kijk ik in de richting van een boom die op de begraafplaats staat. Daar, bij die boom, daar lag opa.
Nadat ik mijn roos op de kist van oma heb gelegd en in gedachten nog eens denk: het is goed, loop ik in de richting van die boom. Iets trekt mij naar hem toe en ik besef dat ik de afgelopen dagen meer aan opa heb gedacht dan aan oma. En weer zoek ik in mijn herinneringen naar haar. Tevergeefs.
Uiteindelijk laat ik het even voor wat het is. Ik weet dat er wel een moment zal komen dat ik het begrijp. Dat ik besef wat er is gebeurd vandaag. Maar dat moment is er nog niet zodra we het kerkhof verlaten. En daarnaast moeten we Bram weer ophalen en nog 2 uur richting huis rijden. En dat te weten is het niet de tijd om de verwarring die is ontstaan de ruimte te geven om mijn gedachten te beheersen.
En nu zit ik hier, thuis op de bank. Bram, die zich de hele dag heerlijk heeft vermaakt bij vrienden, ligt heerlijk te dromen. Monica is ook al enige tijd geleden op bed gaan liggen. En dan komt mijn tijd.
Wanneer de wereld slaapt, als de drukte en de sleur van de dag verdwenen zijn, dan komt de tijd om gedachten te ordenen. Om de losse woorden die gedurende de dag in mijn hoofd zijn gekomen te gaan plaatsen in de "zin" van dit alles.
Langzaam aan besef ik waarom de herinneringen van oma niet zo snel en scherp tot mij kwamen. Mijn helderste herinneringen zijn die van extremen. Momenten in iemands leven waar ze uit de schaduw stapte. Waar ze in het middelpunt stonden en mijn aandacht en interesse wekte. Opa wist dat denk al toen ik klein was. Hij pakte telkens weer "mijn" knuffel. En door daarmee te spelen nam ik steeds die knuffel mee. "Opa? Doe dat nog eens een keertje met mijn grote beer!"
En pas nu ik hier zit besef ik dat oma nooit op de voorgrond trad. Mijn oma zorgde ervoor dat alles doorging. Onopvallend zorgde ze ervoor dat alles wat er moest gebeuren ook gedaan werd. Ze creëerde de rust die nodig was. En hoe langer ik erover nadenk begrijp ik dat ze daardoor misschien wel de belangrijkste rol vervulde. De basis.
En ik zie ook ineens dat haar dochter, mijn moeder ook die gave bezit. Want waar mijn vader altijd voor wat leven in de brouwerij zorgt door grappen te maken en gek te doen met zijn kleinkinderen, door te helpen met klusjes voor ze zoals het simpelweg plakken van een band. Zo is ook mijn moeder de basis. Want niet alleen ik kan bij haar schuilen, ook haar kleinkinderen weten bij haar altijd een arm te vinden. Een plekje op de bank tegen haar aan. Een plek waar woorden niet nodig zijn. Simpelweg de rust.
Iets wat onopvallend gebeurt maar zo belangrijk is. Iets wat je als gewoon beschouwt maar zo bijzonder is.
En daar heb ik u gevonden oma! In de kelder van mijn gedachten. Weggestopt in een kluisje waarvan bewondering en liefde de sleutels zijn om hem te openen. Daar waar de meest waardevolle herinneringen zijn verstopt. Daar was u al die tijd. Vanavond heb ik de sleutels weer gevonden. Heb ik de herinnering tot leven gebracht en, heb ik de tranen laten vloeien die u vandaag van mij verdient hebt.
Deze herinneringen gaan zo weer terug in het kluisje. Ze zijn te waardevol om weer kwijt te raken. Maar eens in de zoveel tijd zal ik hem openen. Zodat ik anderen kan vertellen over u. En dat ik met trots zeggen: Mijn oma, dat was pas een belangrijke vrouw!
En zo heb ik mijn gedachten weer op orde. Komt er een einde aan deze lange dag. En voor het eerst na uw overlijden kan ik, na dit besef, met alle eerlijkheid zeggen:
HET IS GOED!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten