03-12-2010

Dromen, durven, delen

Langzaam zet ik mijn ene voet voor de andere en komt mijn bestemming dichterbij. Voor me loopt een kronkelend pad tussen bomen en bosjes door. Een lichte sneeuwval heeft alles bedekt met een zachte witte deken. Een rode gloed geeft het hele tafereel een mooie mysterieuze sfeer. En met de ondergaande zon in mijn rug loop ik door. Ik geniet, ik denk, ik neurie en ik loop.

Stukje bij beetje klimt het pad omhoog en terwijl ik meeklim met het pad hoor ik geritsel in de bosjes naast mij. Even stop ik en kijk aandachtig naar de plaats waar het geluid vandaan kwam. Nog net zie ik hoe een eekhoorntje tussen de takjes doorspringt en verdwijnt in een holte van een stevige boom. Hij heeft zijn plekje voor de nacht gevonden en ik besluit hetzelfde te doen.

Op een steenworp afstand bevindt zich mijn bestemming. Een blokhut die zich een kleine honderd meter onder de top van de berg bevindt. Eenmaal aangekomen ontsteek ik de haard en schenk me wat te drinken in. Met de warme beker thee in mijn handen kijk ik door het raam en zie hoe de zon nu echt verdwijnt achter de bergen aan de horizon.

Dan nestel ik mij op een heerlijke luie stoel vlak bij de haard. Ik sluit mijn ogen voor een ogenblik en luister. De warme vlammen in de haard laten het hout knetteren. En verder is het stil. Een golf van rust valt over me heen en ik weet dat ik daar ben waar ik mij het beste voel.

Uiteindelijk stap ik op uit de stoel en loop weer naar het raam. Hoe laat het is weet ik niet. Elk besef van tijd is verdwenen. Even niet leven op de klok. Geen haast, geen moeten en geen sleur. Ik staar naar de miljoenen sterren die zich aan de hemel bevinden. Elk heeft zijn eigen plaats in de eindeloze leegte en hebben ze zich georganiseerd in de ogenschijnlijke chaos. Het is een koude nacht.

Ik pak een deken en besluit om te gaan slapen. Om de nacht goed door te komen leg ik nog een extra groot stuk hout in de haard zodat deze nog een paar uurtjes warmte zal geven.

Wanneer ik ontwaak is de ochtend al weer in volle gang. De zon staat alweer hoog in de lucht op de plek waar eerst de sterren stonden. De wolken hangen tussen de bergen in het dal. Ik pak een kop koffie en maak een ontbijtje klaar. De haard smeult nog een beetje na en geeft zijn laatste beetje warmte.

Nadat ik mijn spullen weer heb gepakt bedenk ik me nog even hoe gelukkig ik ben. Met de wolken in het dal en de rust en stilte om me heen waan ik me veilig. Voor mijn gevoel kan de hemel niet dichterbij me zijn dan hier.

Ik stap naar buiten en trek de deur achter me dicht. Ik volg het kronkelende pad door de bossen weer naar beneden. Waar het pad heen gaat en waar ik de volgende avond terecht kom weet ik nog niet. Want op het moment dat het pad de wolken in gaat en ik niet meer kan zien of de volgende bocht naar links of rechts gaat. Op dat moment ontwaak ik uit mijn droom en gaat de dag beginnen.

Wat kan ik nog zeggen na een dergelijk verhaal? Ik ben nou eenmaal een dromer. Elke nacht een nieuwe reis. Een andere bestemming maar altijd met hetzelfde doel. Het vinden van de rust en de vrede. Op een plek waar je weet dat alles goed is.

En nee, ik leef niet in mijn dromen. Ook ik leef, net als iedereen in een wereld die hard is. Waar geweld het nieuws beheerst. Waar tijd een essentieel onderdeel is van je dag. Plannen hoe laat en hoe lang. Hoe snel en het moet af. Een wereld waar je zo gezond mogelijk moet leven omdat er anders allerlei ziektes op je loeren. Ziektes die uiteindelijk met een onterechte willekeur om zich heen slaan. En zo hard dat je alle kracht nodig zal hebben om terug te slaan.

Ik ben me bewust van de wereld waar ik op leef en zal hem nooit ontkennen. Maar ’s avonds, wanneer ik op het randje van mij dromen balanceer verheug ik me er weer op om de wereld te ontvluchten en een pad te bewandelen naar mijn onbezorgde wereldje.

Enige tijd geleden werd bekend dat het nieuwe album van Marco Borsato er aankwam. De titel: DROMEN, DURVEN, DELEN. Een titel die me al aansprak nog voor ik ook maar één nummer had gehoord. Het stukje dromen heb ik al gehad. Dan is er het stukje durven. Iets wat ik wel eens meer mag doen. Durven nee te zeggen. Durven om even voor mezelf te kiezen. Niet uit egoïsme maar om me op te laden. Durven om me op zijn tijd los te rukken uit de dagelijkse sleur waar ik, zoals menigeen wel weet, zo’n hekel aan heb. Ja, durven doe ik wel. Maar het mag wel eens wat vaker.

En tot slot het stukje delen. Iets waarvan ik niet weet of ik het genoeg doe. Het delen van liefde, geluk en verdriet. Het wordt altijd makkelijk gezegd en ook het belang ervan is meer dan eens beschreven. Of ik genoeg deel is niet aan mij om te zeggen. Ik kan alleen mijn best maar doen en het is aan een ander om te voelen of dat genoeg is. En bij iedereen zal de conclusie anders zijn.

Wat ik wel kan delen zijn mijn dromen. In woord staat er hierboven één beschreven. Maar als je wilt, wacht dan op het randje van je dromen. In mijn droom pik ik je wel op en neem ik je mee. Mee om mee te genieten van de plekjes waar ik mijn rust kan vinden. En wie weet deel jij je droom met mij en neem je me mee in jouw droom.

2 opmerkingen:

  1. Wie weet tot vanavond. Ik laat me verassen door mijn droom en hoop je stiekum snel te zien.

    Ik zie me zelf wel zitten in jouw droom en dan onder het genot van het warme drankje hoop ik die rust te kunnen vinden die ik zo nodig heb, zodat ik mijn baterij eens goed kan vullen.

    Mag het vanavond niet lukken dan probeer ik het "gewoon" morgen, overmorgen of overovermorgen nog eens.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. tantetje cq moeder7/12/10

    Samen zijn jullie dus neven, van mij is de een de zoon de ander de neef.
    Zou ik me in de rij voor de dromen mogen aansluiten? Is er geen plaats voor mij, dan gun ik jullie de dromen, de warmte, maar vooral de rust in je hoofd en in je hart.
    Dat zou toch prachtig zijn?

    BeantwoordenVerwijderen